Aanschaf

Bezint eer je begint dus!

Daar een Tibetaanse Terriër gemiddeld zo’n 14 jaar oud wordt, heeft de aanschaf van een Tibetaanse Terriër, een grote invloed op je leven. De Tibetaanse Terrier staat bekend als een intelligente, actieve maar vooral vrolijke hond. Het zijn middelgrote honden en ze hebben een mooie lange vacht. 

Beweging:

Dett_beweging.jpg Tibetaanse Terriër is  bekend als een actieve hond die houdt van een lange wandelingen. Rennen en spelen vinden ze geweldig. Wees er dus zeker van dat je in de gelegenheid bent om je hond dit te geven. Wanneer een Tibetaanse Terriër niet genoeg beweging krijgt, zal hij snel elders andere uitdagingen zoeken, wat vaak resulteert in het slopen van zaken of veelvuldig blaffen.

Vacht:

Een van de meest gekende kenmerken van de Tibetaanse Terriër is zijn mooie lange vacht. Hou er rekening mee dat het verzorgen van de vacht een taak is die heel regelmatig herhaald moet worden en veel tijd in beslag neemt. De vacht neemt heel makkelijk vuil op tijdens het wandelen, de haren gaan klitten, kortom een regelmatige kambeurt is nodig bij een Tibetaanse Terriër.

Alleen zijn:

Eigenlijk vindt geen enkele hond het leuk om alleen te zijn en dat geldt ook zeker voor de Tibetaanse Terrier. Wanneer je (en je partner) buitenshuis werkt,zal je hond vaak voor lange tijd alleen thuis zijn. Dit zal vaak leiden tot diverse gedragsproblemen. Wanneer je geen tijd hebt, schaf je dan zeker geen Tibetaanse Terriër aan!Vakantie is nog iets wat vaak over het hoofd gezien wordt. Kan en mag je hond mee op vakantie? Wie kan er voor je hond zorgen terwijl je er eventjes tussenuit gaat? Is er een andere vorm van opvang voor je huisdier?  Informeer de oppas altijd tijdig over jouw gewoontes en die van je hond!

Kosten: 

Bekijk je financiële situatie alvorens een hond aan te schaffen. Buiten de aankoopprijs zijn er ook nog vele andere kosten waarmee u rekening moet houden. Kosten voor een goede verzorging van je hond  zijn o.a.: eten,  inentingen, verzorging(shampoo en conditioner), training enz. Vergeet niet de hoge kosten van een dierenarts bij ziekte of kwetsuur? Zorg ervoor dat je financieel voor je huisdier kan zorgen.

Geschiedenis

Oorspronkelijke naam: Dokhi Apso

Dit zeer oud ras, dat zowel doet denken aan een kleine bobtail als aan de Lhasa Apso, vindt zijn oorsprong in Tibet waar hij door de monniken werd gefokt. Hij werd beschouwd als heilig dier en tempelbewaker en waarlijk vereerd.

Rond 1920 schonk een Tibetaanse vrouw een teefpupje aan Dr. Greig, een chirurge, als dank voor de goede medische verzorging van haar en haar drachtige teef.  Dr.Greig ging later op zoek naar een 2de hond en begon te fokken. Later werden deze honden meegenomen naar Engeland. Deze meegevoerde honden  staan aan de oorsprong van de Europeese lijn ( Lamleh ).In 1930 werd het ras officieel erkend.

Gezondheid

Erfelijke afwijkingen

Bij de Tibetaanse Terrier kunnen volgende afwijkingen voorkomen: HD,  PRA, lensluxatie, Cataract en CCL.

HD (heup disdisplasie)

Heupdysplasie betekent "heupmisvorming" en wordt meestal aangeduid met de afkorting "HD". Heupdysplasie is een door erfelijke factoren en uitwendige invloeden bepaalde ontwikkelingsstoornis van de heupgewrichten. Sommige honden ondervinden hiervan ernstige hinder. De aanduiding HD A betekent dat de hond röntgenologisch vrij is van heupdysplasie, wat echter niet betekent dat de hond geen "drager" van de afwijking kan zijn.

HD B (=overgangsvorm) betekent dat op de röntgenfoto's geringe veranderingen zijn gevonden, die weliswaar toegeschreven moeten worden aan heupdysplasie, maar waaraan in het kader van de fokkerij geen direkte betekenis kan worden toegekend. De aanduiding HD C (=licht positief) of HD D (=positief) betekent dat bij de hond duidelijke veranderingen, passend in het ziektebeeld van HD zijn gevonden. Wanneer de heupgewrichten ernstig misvormd zijn wordt dit aangegeven met HD E (=positief in optima forma). 

Wat is PRA?

Dit is een netvliesafwijking die bij veel rassen voorkomt en tot blindheid leidt. Er zijn twee typen lichtgevoelige cellen in het netvlies, namelijk de staafjes en de kegeltjes. De staafjes dienen vooral voor het zien bij weinig licht ('s avonds). De kegeltjes dienen vooral voor het zien bij veel licht (overdag) en voor het kleuren zien. De hond heeft voor het overgrote deel staafjes. De staafjes en kegeltjes zijn niet gelijk verdeeld over het netvlies. In het centrale gebied, vlak bij de papil (blinde vlek) liggen verhoudingsgewijs nog de meeste kegeltjes. Perifeer, aan de rand van het netvlies, liggen bijna uitsluitend staafjes. Worden de staafje of kegeltjes reeds voor de geboorte afwijkend aangelegd, dan spreek men van dysplasie. Degenereren (vervallen) zij in het latere leven, dan spreken we van atrofie.

Het normale beeld van het netvlies-vaatvlies. De centrale wit-roze vlek is de intredende oogzenuw (blinde vlek); van daaruit lopen de netvlies-bloedvaatjes naar de periferie. Alleen de vaatjes van het netvlies zijn zichtbaar. Het groenige gebied is de, achter het netvlies gelegen, reflectorlaag van het vaatvlies.

Atrofiëren de kegels eerst, dan wordt dit voorafgegaan door Pigment Epitheel Dystrofie (PED). Atrofiëren de staafjes het eerst, dan zal eerst nachtblindheid (oude benaming: gegeneraliseerde PRA) optreden.

  1. Pigment epitheel dystrofie of PED (oude benaming: dag-, tunnel- of centrale PRA (CPRA)
  2. Nachtblindheid (oude benaming: gegeneraliseerde of perifere PRA)

PED wordt gekenmerkt door het optreken van pigmentophopingen in het pigmentepitheel van het netvlies. In een wat verder gevorderd stadium van de ziekte gaan de kegeltjes degenereren. De honden gaan hierdoor overdag duidelijk minder goed zien. Uiteindelijk worden meestal ook de staafjes aangetast en worden de meeste honden tussen de 5e en 9e levensjaar geheel blind. PED komt echter zelden voor. Verreweg de belangrijkste vorm van PRA is de nachtblindheids vorm; deze kan in minstens vijf typen worden onderverdeeld, maar voor de fokker of eigenaar is het onderscheiden van twee groepen het belangrijkste:

  1. Snel toenemende en op jeugdige leeftijd optredende blindheid. Dit komt doordat de staafjes en eventueel ook de kegeltjes al direct verkeerd zijn aangelegd (= dysplasie), gevolgd door degeneratie (=atrofie). De nachtblindheid treedt dan al op vanaf een leeftijd van 8 tot 12 weken.
  2. Langzaam toenemende en op 5-10 jarige leeftijd intredende blindheid. Hierbij zijn de staafjes en kegeltjes normaal aangelegd, gevolgd door een vrij snel verlopende atrofie. Deze vorm komt voor bij de Dwergpoedel, Amerikaanse en de Engelse Cocker Spaniel en zeer veel andere hondenrassen, waarvan nog niet nauwkeurig bekend is welke cellen het eerste afwijkend zijn of worden (hiervoor zijn proefparingen en oogsecties noodzakelijk). De nachtblindheid begint bij deze dieren op 2-5 jarige leeftijd. De dieren worden uiteindelijk geheel blind op een leeftijd van 5-10 jaar.

Erfelijke Progressieve Retina Atrofie (PRA) nachtblindheidsvorm. De blinde vlek (oogzenuuw) of papil is grauw en de netvliesvaatjes zijn vrijwel volledig verdwenen. De hond is in dit stadium geheel blind. Er is geen therapie bekend om het proces te voorkomen, stoppen of genezen.

Lensluxatie

Lensluxatie is een erfelijke oogafwijking, en betekent het loslaten van de lens. De honden die lensluxatie krijgen, zijn meestal tussen de 3 en de 7 jaar. Normaal zit de lens achter de iris vast aan ophangbandjes die de lens op zijn plek houden. De ophangbanden van de lens kunnen door gaan scheuren waardoor de lens kantelt, de lens kan dan door de pupil in de voorste oogkamer kantelen en komt dan tussen de iris en het hoorvlies te liggen, maar kan ook naar achteren kantelen. Als de lens zich in de voorste oogkamer bevindt, stijgt vaak de druk in het oog (glaucoom) het hoornvlies begint wittig te worden en de slijmvliezen worden rood. Hierdoor heeft de hond pijn en het oog traant meer. Wanneer dit gebeurt, neem dan zo spoedig mogelijk contact op te nemen met je dierenarts. Bij te lang afwachten, kan het oog verloren gaan. In sommigen gevallen is het mogelijk om met  medicatie het oog weer op de juiste plaats te krijgen, maar vaak zal er een operatieve ingreep nodig zijn om de lens te verwijderen. Gezichtsvermogen kan soms behouden worden, doch dit is afhankelijk van de staat van het netvlies.   

Cataract

Iedereen kent wel de honden die met grote wit openstaande pupillen rond lopen. Dit zijn honden met cataract. Cataract is meestal een ouderdoms aandoening maar komt voor naar aanleiding van een aantal ziektes ook.OntstaanElke niet natuurlijke witting of troebeling van de lensvezels en/of kapsel wordt catarct of grauwe staar genoemd. Cataract wordt in het algemeen veroorzaakt door een verminderde zuurstofopname en daardoor een verhoogde wateropname van de lens. Dit veroorzaakt aanvankelijk een zwelling van de lens, met later uitdroging van de lens. We onderscheiden drie soorten cataracts.

  • Immature cataract : is een cataract waarbij we de diepere delen van het oog nog kunnen zien
  • Mature cataract : is een cataract waarbij we de diepere delen van het oog niet meer kunnen zien. De hond is blind.
  • Hypermature cataract : is een cataract waarbij de lens inhoud gaat oplossen waardoor de hond zijn lens weer opklaart.

Behandeling
Er zijn verschillende methodes om een lens te verwijderen. De beste techniek is de lens te "verpulveren" met een soort hoogfrequent trillende staaf.

  • lensextractie Hierbij wordt de lens via een insnede in het hoornvlies op zijn geheel eruit gehaald. De cornea wordt half geopend en met een speciaal haakje halen we de lens naar buiten. Daarna wordt de cornea gehecht en wordt de voorste oogkamer opgespoten met fysiologisch serum.
  • Paeco emulsificatie De chirurgische techniek bestaat hierin dat de lens verwijderd wordt via een kleine insnede van 3mm, waardoor het mogelijk is de lens op te zuigen (= phaco-emulsificatie). Hierna wordt een plooibaar kunstlensje in het lenszakje geplaatst. Door deze kleine insnede is het mogelijk te werken zonder plaatsen van draadjes daar de wonde zichzelf afsluit. Dit geeft een vlugge visusrecuperatie op enkele dagen of zelfs de dag na de operatie.

De vroegere methode bestond erin dat de lens naar buitengebracht wordt en een kunstlens ingebracht door een grotere opening, waardoor de wonde moet gehecht worden met draadjes en de genezing en visuele recuperatie langer duurt.

Opvoeding

Veel tijd en energie

De opvoeding van uw Tibetaanse Terriër pup vereist de eerste jaren zeer veel tijd en energie. Niet alleen in de basisopvoeding, maar ook in het socialiseren van de hond kruipt veel tijd. Toch is het in je voordeel om in deze opgroeiende jaren veel tijd in de opvoeding van je hond te steken, later heb je er immers veel profijt van.   Voor een goede begeleiding bij de opvoeding van uw TT adviseren wij om voor je hond een goede hondenschool te zoeken, waar ervaren instructeurs  op een positieve manier trainen en het ras kennen. 

Rasstandaard

Zo herken je een rashond.

Elk hondenras heeft zijn eigen typische kenmerken, zo ook de tibetaanse terriër. Over het algemeen mag je stellen dat de TT een stevige, middelgrote hond is met lang haar dat een vierkant vormt. Ze hebben een vastberaden uitdrukking, zitten vol met energie en hebben een zachtaardig karakter. 

Verzorging

Een mooie vacht vergt veel verzorging.

De Tibetaanse Terriër staat gekend om zijn mooie vacht. Maar om deze halflange, dubbel vacht mooi te houden, is regelmatige verzorging vereist. Met name de ondervacht, die uit zuivere wol bestaat, klit makkelijk en dient dus goed bijgehouden te worden.

Hoe ga je te werk? 

  • Belangrijk is om eerst de hond klitvrij te maken en hem daarna pas te wassen!!!  Het is niet verstandig je hond te vaak te wassen, hierdoor worden zowel de beschermlaag als de weerstand aangetast.
  • De ondervacht bestaat uit zuivere wol en klit dus het meest. Hef daarom de   haren bij het borstelen en kammen met een hand omhoog terwijl je met de andere hand de haren borstelt of kamt.
  • Zo kan je de vacht laagje voor laagje klitvrij maken van onder naar boven toe.
  • Het kan zijn dat de Tibetaans Terriër in het begin uitdagend is tijdens het kammen, maar op termijn zal de hond zijn verzorging aanvaarden. Wanneer men vroeg begint met het kammen van de vacht - dus al bij de pup - kan de hond er aan wennen en is zijn vacht makkelijk bij te houden.